DE OPRICHTING
In de annalen wordt vermeld, dat muziekvereniging Crescendo op 1 maart 1913 werk opgericht. Het is geen officiële oprichtingsdatum, want statuten kreeg de vereniging pas in 1958. Op die dat in 1913 kwamen een zestal zeer geïnteresseerde bij elkaar op initiatief van G.H. Nijenhuis. Hiertoe werd hij gestimuleerd en geadviseerd door H. Menkhorst uit Eibergen. Menkhorst zou de eerste dirigent (“directeur”) zoals men de dirigent toen nog noemde) van Crescendo worden. Dit zestal op de foto was het eerste bestuur.
V.l.n.r. zittend Herman Geesink (secretaris), Herman Menkhorst, Gerrit Nijenhuis (voorzitter),
Arend Jan Abbink (penningmeester).
V.l.n.r. staand Hendrik Abbink, Jan Mengerink, Johan Mengerink.
TEGENSTAND
Crescendo was echter niet de eerste muziekvereniging van Rekken. Enkele jaren eerder was de voorganger “Concordia” te gronde gegaan door een wat al te onstuimige taakopvatting die in het toenmalige Rekken geen genade kon vinden.
De oprichting van Crescendo werd dus wederom met de nodige argwaan bekeken. Gezaghebbende Rekkenaren van die dagen, zoals ds. Slot, oprichter en directeur van de Rekkense Inrichtingen, en ds. Ploos van Amstel, waren ronduit tegenstander.
Vooral Slot moest garanties hebben, dat ’t niet zoals de vorige keer zou gaan.
CONTRIBUTIE, INSTRUMENTEN EN EERSTE REPETITIES
De contributie werd vastgesteld op 15 cent per week. Dat was een heel bedrag voor die tijd, zeker als men bedenkt, dat het uurloon toen zo’n 12 cent bedroeg.
Omdat subsidies destijds nog niet bestonden, moesten de leden zelf een flink bedrag op tafel leggen om de nodige instrumenten te kopen. Desondanks kwamen ze toch nog honderd gulden tekort. Maar de firma Hagens leende het resterende bedrag. Er dreigde nog een kink in de kabel te komen, toen de uit Duitsland te importeren instrumenten niet bij de grens bij Winterswijk over mochten.
.Gezamenlijk zijn toen de zes oprichters met paard en wagen naar Winterswijk getogen om één en ander te regelen.
Toen de instrumenten er waren, begon men met de repetities in de keuken van Nijenhuis. Eerst nog zonder leiding, maar wel met groot enthousiasme. Omdat de buren van Nijenhuis na verloop van tijd begonnen te klagen, verhuisden de muzikanten verhuisden naar Antvelink (kleermaker Harms), waar men bleef tot 1919, toen men een eigen repetitielokaal aankocht.
LEDEN EN UITVOERINGEN
In 1914 hield het inmiddels 15 tellende korps de eerste openbare uitvoering. Deze vond plaats bij Hagens (toen nog café “De Prins”, tegenover de Hervormde kerk in Rekken). De zaal was zo vol, dat het korps in de aangrenzende keuken moest zitten.
Belangstelling was er wel, maar het aantal leden en donateurs was te gering om zonder extra activiteiten verder te gaan. In die eerste jaren trokken de leden er regelmatig op uit om met het maken van muziek de verenigingskas te spekken. Een avond dansmuziek maken leverde toen f 10,= tot f 15,= op. De musicerende leden kregen daarvan 1 gulden. Er werd ook aan de andere kant van de grens opgetreden.
SUCCESVOLLE JAREN (1921-1924)
In de jaren 1921-1924 haalde Crescendo achter elkaar een eerste prijs. De vereniging deed haar naam alle eer aan. De naam “Crescendo”, afkomstig uit het Italiaans, heeft betrekking op het gedeelte van een muziekstuk, waarin de tonen in sterkte toenemen. “Crescendo” is afgeleid van het Latijnse woord “cresco”, dat “groeien, toenemen; groter, sterker worden” betekent.
Met bescheiden middelen, maar met veel inzet en enthousiasme wist men van jaar tot jaar verder te komen.
De prestaties stegen en daarmee ook het zelfbewustzijn en het draagvlak bij de Rekkense bevolking. In 1922 schonken de Rekkenaren het verenigingsvaandel. In 1924 werden zwarte uniformpetten aangeschaft. Langzaam maar zeker kreeg Crescendo gestalte. Een voorlopig hoogtepunt was het op Pinksteren 1927 in eigen huis georganiseerde concours.
In 1938 ontving de vereniging ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan nieuwe witte petten. Daarbij droeg men een eigen kostuum, want uniformen hadden ze nog niet. Deze werden voor het eerst aangeschaft in 1957. Dit waren gewone confectie pakken, gemaakt op de Rekkense Inrichting, die moet gouwkleurige biezen werden versierd. Een overhemd, nette sokken en een bijbehorende stropdas moesten de muzikanten zelf aanschaffen.
EEN EIGEN HONK (1919)
Ondanks de beperkingen gedurende de tijd van de Eerste Wereldoorlog was het aanzien van Crescendo in de Rekkense gemeenschap aan het einde van het tweede decennium van de vorige eeuw al fors gestegen. In 1919 werd in Geesteren een houten keet aangekocht die dienst ging doen als repetitielokaal. Het gebouwtje mocht worden opgetrokken op een stukje grond van de Hervormde Diaconie van Rekken. Crescendo betaalde hiervoor jaarlijks de som van f 0,25. Het enthousiasme van de muzikanten had weerklank gevonden, en dat terwijl de grote prestaties nog moesten komen.
De “opwaartse lijn” van Crescendo werd nogmaals bevestigd door de totstandkoming in 1931 van het gebouwtje aan de Rekkense Binnenweg, waarin Crescendo tot vandaag de dag zijn repetities houdt. Het kon gebouwd worden dankzij de financiële steun van de Rekkense bevolking.
In 1978 vond er een uitbreiding en aanpassing plaats van “de Muziektent”, zoals het repetitielokaal in de volksmond genoemd wordt. Dit was noodzakelijk geworden door de aanwas van met name jeugdleden en de komst van de majorettes.
De verbouwing werd, net als tijdens de bouw in 1931, verwezenlijkt met grote inzet van de leden.
UIT JE DAK
Omdat de vereniging groeit en groet, ontstaat de noodzaak om het gebouw opnieuw uit te breiden. Zo wordt op 27 oktober 1996 de actiedag “uit je dak voor een nieuw onderdak” gehouden.Het verbouwen van de oefenruimte is namelijk kostbare ingreep en men wil eerst aan voldoende financiële middelen komen. In verband hiermee rijdt men op een platte wagen, waarop de muzikanten vrolijk deuntjes blazen door het dorp. Naast de wagen lopen mensen die certificaten verkopen ten bate van het nieuwe pand. Een dag worden er drie, omdat ook het buitengebied aangedaan moet worden, hetgeen door een ieder zeer op prijs wordt gesteld. Omdat er zich veel bouwvakkers onder de muzikanten bevinden, wordt de verbouwing eigenhandig en met vereende krachten geklaard.
Behalve de verbouwing wordt ook de Muzikanten Ontmoetingsplaats of wel het Mopje geplaatst. Zo wordt het door Henk Hartgers gemaakte bankje voor het muziekgebouw genoemd.